
Cas Oorthuys, was de oudste zoon van de hervormde predikant Gerardus Oorthuys en Dorothea de Stoppelaar. Hij woonde vanaf zijn eerste jaar in Amsterdam, waar zijn vader dominee was. Wegens dyslexie volgde hij de ambachtsschool en daarna een opleiding van de School voor Bouwkunst. Hij was van oorsprong opgeleid tot architect en werkte daarom twee jaar als bouwkundig tekenaar bij de gemeente Amsterdam, waar hij later ontslag kreeg door de crisis.
Als werkloze kwam hij in contact met de Communistische Partij Holland waar hij zich bij aansloot. Hij ging als grafisch ontwerper en fotograaf werken. Samen met de schilder Jo Voskuil had hij van 1932 tot 1935 het reclamebureau OV 20 (Oorthuys – Vos 20). Hierna besloot hij sterk propagandistische foto’s te maken. Onderwerpen waren onder andere de armoede, het politiegeweld, stempelende werklozen en huisuitzettingen.
Zo is hij later zijn carrière begonnen als communistisch arbeidersfotograaf. Hij werkte van 1936 tot 1942 als reportagefotograaf voor het sociaal democratische weekblad Wij. Het weekblad Wij wordt vanaf januari 1935 uitgegeven door de Arbeiderspers Amsterdam. Het blad is vooral bedoelt voor artikelen over socialistische arbeiders, hun werk, hun organisaties, algemene onderwerpen en vooral veel foto’s.
Oorthuys had tijdens de Duitse bezetting zijn huis vol onderduikers en hij werkte mee aan de vervalsing van persoonsbewijzen. Ook maakte hij tijdens de oorlog een opdracht voor het Agrarisch Fonds om foto’s te maken voor een boek over de landbouw in Nederland. Na een detentie in kamp Amersfoort raakte hij na Dolle Dinsdag betrokken bij de zo genoemde groep De Ondergedoken Camera, hiervoor maakte hij illegale bezettingsfoto’s. Voor deze groep maakte hij tijdens de Hongerwinter illegale foto’s van de leefomstandigheden en het verzet.
Kort na de Tweede Wereldoorlog werd Oorthuys lid van de fotografische vakgroep De Vereniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten. De fotografen hadden allemaal een soortgelijke achtergrond en dit maakte de groep. Ze waren begonnen met fotograferen in de jaren dertig, deden mee aan het verzet en hadden hun eigen politieke opvattingen. De GKf-fotografen lieten zien hoe ze leefden en werkten.
Na het deelnemen aan allerlei partijen ging Oorthuys fotograferen voor opdrachten die hij kreeg. Zo heeft hij het boek Landbouw, Een staat in wording, Rotterdam dynamische stad, het Indonesië van heden en een boek over het Belgische Congo uitgegeven.
Cas Oorthuys liet een archief na van meer dan een half miljoen foto’s. Hij heeft veel verschillende onderwerpen gefotografeerd. Van landschappen tot oorlogsfoto’s. Hij heeft één van de meest omvangrijke Nederlandse fotoarchieven, het Archief – Oorthuys bevindt zich in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.

Maak jouw eigen website met JouwWeb